Lessen uit de coronacrisis
Onder druk wordt veel vloeibaar, zo liet de covid-pandemie zien. Karin Faber, hoogleraar neurologie en directeur patiëntenzorg van het Maastricht UMC+, en universitair docent management van zorginstellingen Daan Westra kijken terug op een woelige tijd. De crisis maakte veel dingen mogelijk, maar legde ook problemen bloot, zoals het tekort aan zorgprofessionals. "Het is belangrijk dat je ook een beetje succes hebt."
Het is wat je een vuurdoop noemt. Karin Faber was nog maar net directeur patiëntenzorg toen de coronacrisis uitbrak. Toch werd zij er niet door overvallen. "Met de eerste patiënten in Nederland kwam er hier in MUMC+ al een crisisbeleidsteam dat dermate voortvarend maatregelen nam, zoals het advies geen handen meer te schudden, dat mensen ons raar aankeken. Waar zijn jullie mee bezig? Ook konden we het personeel betrokken houden via informatieve bijeenkomsten en, later, wekelijkse livestreams. Het was mooi om te zien dat iedereen hetzelfde doel had en aan de slag ging."
Bij Daan Westra werd covid 'iets groots' doordat collega-onderzoekers met de maatregelen werden geconfronteerd en opeens niet meer naar bijeenkomsten in het ziekenhuis mochten. Westra, die onderzoek doet naar hoe ziekenhuizen georganiseerd en gemanaged worden, kreeg direct volop medewerking om zijn focus te verleggen. "We gingen ons richten op hoe de vijf Limburgse ziekenhuizen op de crisis reageerden, met name op wat dit betekende voor de inzetbaarheid van het personeel. Driemaandelijks hebben we dit via vragenlijsten gemeten. Hoe voelt het personeel zich, wordt het beter of slechter. Dit rapporteerden we tussendoor, zodat de ziekenhuizen hierop hun beleid konden afstemmen."
Meewerkstand
Terugkijkend vindt Faber dat veel goed ging. "Iedereen, van hoog tot laag, ging in de 'meewerkstand' en het gevoel van saamhorigheid was groot. We waren er ook trots op hoe snel we dingen voor elkaar kregen. Een academisch ziekenhuis kan een logge organisatie zijn. Er kwam bijvoorbeeld een sociaal team dat aandacht gaf aan de psychische en sociale belasting."
Karin Faber is directeur patiëntenzorg in het Maastricht UMC+ en directeur van de expertise-eenheid Kwaliteit Innovatie en Onderzoek. Vanuit die rol was zij lid van het crisisbeleidsteam ten tijde van de COVID19-pandemie. Daarnaast is zij werkzaam als hoogleraar neuromusculaire aandoeningen binnen de afdeling Neurologie en het onderzoeksinstituut Mental Health & Neuroscience van de FHML.
Afdelingen voor kortdurende opnames werden omgeturnd tot covid-afdeling. “Opeens kregen medewerkers die dit nooit hadden meegemaakt te maken met meerdere overlijdens op een dag, wat een enorme emotionele belasting betekende. Dan is het belangrijk dat je ook een beetje succes hebt."
Aanpassingsvermogen
Achteraf zijn er natuurlijk ook dingen die beter hadden gekund. Faber geeft als voorbeeld de tweedeling die ontstond tussen thuiswerkend personeel en medewerkers in de frontlinie. "Het was lastig de thuiswerkenden betrokken te houden. Dat zouden we beter moeten organiseren." Volgens Westra gaan er in een crisis per definitie dingen fout. "Je maakt beslissingen op grond van onvoldoende informatie, maar je moet ze wel nemen. Uit ons onderzoek blijkt dat aanpassingsvermogen belangrijk is. Je maakt een inschatting waar het naar toe kan gaan. Daarop acteer en reflecteer je om daarvan te leren. Is dit nodig of kan het ook anders? En dit als een steeds terugkerende cyclus." Maatregelen zijn even zoveel leermomenten.
Kritisch is Westra wel op de vanzelfsprekendheid ten aanzien van het inhalen van reguliere zorg. "Er wordt hierover te gemakkelijk gedacht. Zo van: Er is nu weinig covid-zorg, dus de reguliere zorg kan nu snel weer ingehaald worden. Maar zo werkt dit niet. Een ziekenhuis is ook zonder covid-zorg redelijk vol gepland en heeft geen honderden medewerkers over." Hij vraagt zich af of de grote hoeveelheid inhaalzorg sowieso van medewerkers gevraagd kan worden. "Personeel kan niet even twee keer zoveel gaan doen als normaal. De mensen hebben ook rust nodig na de intensieve covid-periode."
Daan Westra is universitair docent management van zorginstellingen [Healthcare management] aan de vakgroep Health Services Research van Universiteit Maastricht. Hij coördineert een ZonMw onderzoek naar de manier waarop ziekenhuizen zich aan de COVID-pandemie aanpassen en de effecten op de inzetbaarheid van personeel. Recentelijk kreeg hij een Veni voor zijn onderzoek naar netwerken en samenwerkingsverbanden in de zorg.
Zorgvraag
Stuiten we op wat volgens beiden het echte zorgprobleem is dat de covid-crisis heeft blootgelegd: het tekort aan zorgmedewerkers. Preventiegeneeskunde en digitale middelen kunnen weliswaar de zorg enigszins ontlasten. Volgens Westra heeft de covid-crisis zelfs gezorgd voor een explosie aan digitale middelen. Een kentering die eerder ondanks de vele hierop aandringende onderzoeken maar niet werd ingezet. Maar deze oplossingen zijn voor beiden nog onvoldoende.
Uiteindelijk zal de (aldoor toenemende) zorgvraag omlaag moeten. Faber: "Een discussie hierover is onontkoombaar. Er is meer voorlichting nodig over welke behandeling zinvol is of niet en hierover moeten we vaker het gesprek met patiënten aangaan. Daarop zou ook het vergoedingssysteem moeten worden afgestemd. Dat is nu gericht op ingrepen en behandelingen."
"Je maakt beslissingen op grond van onvoldoende informatie, maar je moet ze wel nemen. Uit ons onderzoek blijkt dat aanpassingsvermogen belangrijk is."
Daan Westra
Waardering
Westra noemt een gebrek aan waardering vanuit de maatschappij als voornaamste oorzaak van het verloop en tekort. "Verpleegkundigen snapten het niet. 'Ik werk dag en nacht en doe mijn uiterste best om mensen te helpen. En verderop is een groot festival waar niemand zich aan de maatregelen houdt.'" Faber: "Je ziet nu dat het begrip voor uitgestelde zorg afneemt, waar dat er in het begin juist wel was." Er is meer maatschappelijke waardering nodig. Zowel Faber als Westra zijn daarom positief over het Integraal Zorgakkoord, waarin thema's als het verminderen van regeldruk en bieden van ontwikkelingsmogelijkheden een plek hebben gekregen.
Waardering is ook doorslaggevend voor de werkvloer, merkt Faber op. "Zorgprofessionals zijn intrinsiek gemotiveerde mensen, die je het gevoel moet geven dat hun werk van waarde is. Je laat ze zelf meebepalen hoe dit wordt ingevuld." Westra: "Je hebt het dan over cruciale factoren als een fijn teamklimaat. Hoe gaat mijn leidinggevende met mij om? Krijg ik kansen om mezelf te blijven ontwikkelen? Dat heeft direct gevolgen voor het welzijn van medewerkers en dus ook voor hoe goed zij voor anderen kunnen zorgen."
Een nieuwe golf
Aan een voorspelling over een nieuwe coronagolf willen zij zich niet wagen. Faber: "Een groot verschil is dat de meest kwetsbaren en het zorgpersoneel vrij snel gevaccineerd worden. Maar goed, er kunnen andere varianten komen, er kan een griepgolf komen. De ervaring in het verleden heeft geleerd dat we met dit ziekenhuis veel kunnen." Westra: "Zelfs als er geen covid-golf zal komen, is niet alles koek en ei en is er wel een ander probleem." Wat te denken van de gevolgen van de nieuwe armoede.
Lees ook
-
Samen met haar masterstudenten onderzoekt Milena Pavlova de toegang tot gezondheidszorg voor ongedocumenteerde migranten. Haar bevindingen geven reden tot zorg: in veel landen heeft deze groep geen of weinig toegang tot gezondheidszorg, terwijl dat juist essentieel is.
-
Mensen met obesitas hebben een grotere kans op een ernstiger ziekteverloop en overlijden na infectie met het coronavirus. Gijs Goossens, universitair hoofddocent Humane Biologie, onderzoekt of bepaalde bloeddrukverlagers het risico kunnen verkleinen.
-
Nog altijd is er een groot tekort aan orgaandonoren waardoor jaarlijks alleen al in Nederland en België honderden mensen overlijden. Schrijnend, zeker met de wetenschap dat één grote groep potentiële donoren wellicht niet eens weet dat ze hun organen kunnen afstaan: mensen die kiezen voor euthanasie. In zijn promotieonderzoek bracht Jan Bollen in kaart hoe het zit met orgaandonatie na euthanasie.