De beoordeling op het gebied van maatschappelijke relevantie laat nog twee andere bevindingen zien: op de eerste plaats dat de kwaliteit van het onderzoek zeer goed is (d.w.z. internationaal erkend) en op de tweede plaats dat ook de levensvatbaarheid zeer goed is (d.w.z. uitstekend toegerust op de toekomst, zowel financieel als personeel). Kort gezegd: de evaluatie geeft het hoogst mogelijke cijfer voor maatschappelijke relevantie and het op één na hoogste cijfer voor kwaliteit en levensvatbaarheid van onderzoek.

‘De resultaten van het onderzoek worden over het algemeen goed geciteerd’, zeggen de beoordelaars op basis van een analyse van honderden UNU-MERIT en ICIS artikelen in de Scopus databank. Zij benadrukken bovendien ‘een substantiële stijging in productiviteit’ op basis van het aantal artikelen in internationaal erkende wetenschappelijke tijdschriften.

Programmaleiders Bart Verspagen (UNU-MERIT) en Ron Cörvers (ICIS) zijn vooral bijzonder verheugd over het hoge cijfer voor maatschappelijke relevantie. “Wij zijn onderdeel van de United Nations University en daarom vormen maatschappelijke belangen de kern van onze opdracht,” zegt Verspagen, “en dat delen we met de Universiteit Maastricht. Wij streven ernaar te werken met beleidsmakers en andere maatschappelijke belanghebbenden, en proberen voortdurend ons onderzoek te richten op onderwerpen die voor hen relevant zijn. Het feit dat de beoordelingscommissie dit heeft erkend en ons het hoogst mogelijke cijfer heeft gegeven voor dit aspect van ons werk, is een geweldige eer voor al onze onderzoekers.” Cörvers noemt de beoordeling: “een blijk van vertrouwen in ons werk – en op het juiste moment gezien de groeiende aandacht voor de Agenda 2030. Dit zal ons helpen ons onderzoek op het terrein van menselijke ontwikkeling en duurzaamheid en de maatschappelijke relevantie daarvan te versterken.”

Op weg naar grotere integratie, met behoud van openheid en diversiteit
De uit 22 pagina’s bestaande evaluatie kijkt echter naar meer dan alleen onderzoek en bronnen. Een brede reeks andere onderwerpen wordt meegenomen, waaronder diversiteit, integriteit en de PhD programma’s van beide instituten. Zo benadrukt de evaluatie de zeer diverse culturele en nationale achtergronden, evenals de genderverdeling onder PhD fellows en medewerkers in de beide instituten.

Het rapport eindigt met een reeks aanbevelingen, waaronder mogelijke nieuwe stappen naar een interdepartementale graduate school aan de Universiteit Maastricht, en naar verdere organisatorische stroomlijning – met de waarschuwing ‘de openheid voor zelforganisatie te koesteren, want deze karakteristiek is uniek en waardevol in beide instituten.’ Het rapport roept ook op tot het behoud van maatschappelijke relevantie als kern van het onderzoeksprogramma, en tot verbreding van de basis voor financiering en werving, bijvoorbeeld door het richten op beurzen van nationale en Europese onderzoeksraden, en door het werven van personeel dat in staat is dergelijke beurzen binnen te halen. Ten slotte roept het rapport op tot verdere intensivering van de samenwerking tussen UNU-MERIT en ICIS.

Download het volledige rapport hier voor nadere details.