Welk namen geven we aan onze onderwijsgroepskamers?

Enkele maanden geleden werd een poll gelanceerd waarbij alle collega’s een keuze konden maken uit een lijst met voorgestelde namen en daarnaast ook zelf met suggesties konden komen. In totaal zijn 123 stemmen uitgebracht. Verreweg de meeste stemmen (namelijk 14) vergaarde Aletta Jacobs, voorvechtster van het vrouwenkiesrecht en de eerste vrouwelijke student in Nederland. Zes collega’s noemden Montesquieu, Johanna Hudig (eerste vrouwelijke rechter in Nederland), Simone Veil en Brussel (in de categorie juridisch belangwekkende plaatsnamen). Hugo de Groot, Jean Monnet en Straatsburg kregen 5 stemmen en Thorbecke 4. Tobias Asser, Jeremy Bentham, Von Savigny en Van Gend en Loos konden bogen op drie enthousiastelingen. Alle andere voorgestelde namen (waaronder – jawel – Den Haag, Cesare Beccaria, E.M. Meijers en Justinianus kwamen nog lager in de ranking. Velen lieten intussen hun creativiteit de vrije loop bij het suggereren van alternatieve namen. Naast enkele zittende collega’s (!) werden onder meer genoemd Nelson Mandela, Luis Drago, Alexander Gogel (4x), Rosalyn Higgins (3x) en het Schumacker-arrest (4x) en Maastricht.

De poll maakte ook reacties los. Naast enthousiasme was er het verzoek om toch vooral te zorgen voor voldoende diversiteit. Die wens deel ik volledig en werd ook al uitgesproken toen we hieraan begonnen. Ook kwam de vraag of we ergens in ons gebouw niet ook aandacht kunnen besteden aan diegenen die in de loop van de afgelopen 38 jaar een eredoctoraat kregen op voordracht van de faculteit. Ook dat is een goed idee.

Waartoe leidt dit? Belangrijk is dat we kamers vernoemen naar elk van de vier categorieën (juristen, arresten, plekken en begrippen). Een collega had het goede idee om daarbij bijvoorbeeld de kamers op de begane grond te reserveren voor de juristen en die verder weg in het gebouw voor de andere categorieën. Wat die juristen aangaat: de beperking is daar wel dat het gaat om personen die overleden zijn en bekend zijn vanwege hun bijdrage aan het recht. Omdat we vijftien kamers te vernoemen hebben, leidt dit noodzakelijkerwijs tot keuzes.

Duidelijk is dat de namen van personen de grote voorkeur hadden in de poll. Dat leidt tot een keuze voor Aletta Jacobs, Montesquieu, Johanna Hudig, Simone Veil, Hugo de Groot, Jean Monnet en Thorbecke. Taslim Olawale Elias (de eerste Afrikaanse president van het Internationaal Gerechtshof) wordt daaraan toegevoegd. Eén kamer wordt gereserveerd voor onze eredoctoren. Resteren zes kamers die we vernoemen naar Brussel, Straatsburg, Van Gend en Loos en Schumacker. Daarmee is de keuze wel nogal internationaal- en fiscaalrechtelijk georiënteerd. Omdat we ook een belangrijke opleiding Rechtsgeleerdheid en Nederlandstalige masters hebben, worden hier twee Nederlandse arresten aan toegevoegd: suggesties daarvoor zijn van harte welkom. Resteren nog de juridische begrippen: de ingebruikname van de Kapoenstraat (in 2020) creëert hier nieuwe kansen.

Veel dank aan iedereen die mee deed met de poll.

Resteert nog om jullie allen, namens het Faculteitsbestuur, een hele mooie zomer toe te wensen. Het FB hoopt dat jullie allen op zijn minst enkele weken de tijd zullen vinden om afstand te nemen van het werk en goed uit te rusten. Fijne vakantie!