Voedselbanken onder druk

Zorgen om het dagelijkse brood

In Nederland leven meer dan een miljoen mensen onder de armoedegrens. Voor hen is het niet vanzelfsprekend dat zij voldoende gezond en betaalbaar eten kunnen kopen. Voedselbanken kunnen de stijgende vraag nauwelijks aan. Tijdens de COVID-19 pandemie werd de kwetsbaarheid van het voedselbanksysteem, dat vooral gebaseerd is op vrijwilligerswerk en liefdadigheid, extra zichtbaar. Supermarkten en restaurants, belangrijke donateurs, hadden hun handen vol aan andere uitdagingen en met name dit had grote gevolgen voor de distributie van (gratis) levensmiddelen. Reden waarom Madhura Rao, verbonden aan het Food Claims Centre Venlo, een onderzoek startte.

Grote verschillen tussen organisaties

Met name bij de kleinere, geprivatiseerde voedselbanken kwamen de problemen als gevolg van de pandemie al snel aan het licht. Zij konden niet terugvallen op steun vanuit de overheid, dus moesten zij met creatieve acties proberen hun werk overeind te houden. Bijvoorbeeld door samen te werken met werkloze professionele koks, op zoek te gaan naar allerlei passende lokale initiatieven en nieuwe manieren te bedenken om klanten te vinden en te bedienen.

Zorgen om het systeem

Door deze situatie is de vraag ontstaan in hoeverre ons huidige systeem in staat is om op een verantwoorde en veilige manier voedsel uit te delen aan mensen die daarvan afhankelijk zijn.

Het onderzoek van Madhura laat zien dat het aantal mensen dat in de toekomst een beroep zal gaan doen op een voedselbank nog verder zal gaan stijgen. Tijdens de COVID-19 pandemie is geëxperimenteerd met nieuwe vormen van voedseldistributie. Bijvoorbeeld met kant-en-klaar maaltijden. Of andere logistieke processen, met gevolgen voor leverancier en klant. Is het maatschappelijk en juridisch nog wel verantwoord om deze manier van voedseldistributie op zo’n grote schaal over te laten aan ‘de markt’? Hoe doen andere landen het? Een aanbeveling is dat de Nederlandse overheid dit hele systeem strakker gaat reguleren.