Wetenschap en praktijk slaan handen ineen

Op naar een gezonder platteland

Wetenschappers van de Universiteit Maastricht gaan een groot onderzoeksprogramma leiden naar de gezondheidseffecten van klimaatadaptatie op het platteland. In dit programma, MANTRA, slaan onderzoekers van onder meer Universiteit Maastricht, Radboud Universiteit, Wageningen University & Research, Hogeschool Leiden het RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving en Naturalis de handen ineen. Samen met zeker veertien maatschappelijke en publieke organisaties, zoals de GGD’s van Groningen en Hart van Brabant, de Waddenacademie, Movisie en Platform31, richten zij zich op de specifieke gezondheidsrisico’s én kansen in plattelandsgebieden, waarbij drie verschillende regio’s specifiek de aandacht krijgen: het Hogeland, de Alblasserwaard en Noord-Oost Brabant. De financiering hiervoor, ruim 2 miljoen, komt vanuit het programma Klimaatadaptatie en Gezondheid van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).

Uitdagingen platteland

De gevolgen van de klimaatverandering zijn steeds zichtbaarder. In de stad ontstaat bijvoorbeeld hittestress omdat er te veel warmte wordt geproduceerd in en tussen gebouwen en er te weinig afkoeling is door te veel stenen en beton. De landbouw is echter een van de economische sectoren met een grote invloed op het milieu. Op het platteland spelen zaken als waterpeilbeheer, uitstoot van broeikasgassen en biodiversiteitsproblemen. Via allerlei maatregelen, fondsen en subsidies vanuit de overheid wordt geprobeerd de gevolgen van de klimaatverandering in de rurale gebieden te beheersen. Met directe en indirecte invloed op de gezondheid van de mens, planten, dieren en het milieu.

Samenhang onderzoeken

“Ik hoop dat we door het bestuderen van diverse casussen beter inzicht gaan krijgen in de samenhang en effecten van de diverse transities”, aldus onderzoeksleider Prof. Dr. Pim Martens van de Universiteit Maastricht. “We proberen ons wel aan te passen aan de klimaatveranderingen, maar eigenlijk weten we nog weinig over de gevolgen van de verschillende maatregelen op elkaar. Wat goed lijkt voor de ene situatie kan nadelig zijn voor iets anders. Een nuttige waterbuffer kan bijvoorbeeld een broedplaats worden voor hele vervelende, ziekmakende muggen. In ons nieuwe onderzoeksprogramma kijken we daarom naar de hele context, de combinatie van wetenschappelijke kennis, het overheidsbeleid en de dagelijks praktijk.”

Via rurale labs naar een groter raamwerk

In het onderzoeksprogramma worden drie gebieden, het Hogeland, de Alblasserwaard en Noord-Oost Brabant, gebruikt als ruraal lab. “In elk van deze gebieden gaan we heel praktisch, actiegericht in gesprek en aan de slag met deskundigen vanuit de onder meer de politiek, GGD, bedrijven, bewoners etc. Op een hele gestructureerde manier gaan we zo kennis verzamelen die ons inzicht gaat bieden in wat werkt en wat niet in huis, tuin, bedrijf, gemeente. Door kennis over verschillende projecten aan elkaar te verbinden worden samenhangende patronen zichtbaar, die uiteindelijk als raamwerk kunnen dienen voor grotere gebieden en regio’s. Met als resultaat een gezondere leefomgeving voor ons allemaal.” aldus Martens.

Lees ook