Het museum: toegankelijk, gedekoloniseerd en queer

“Stel, je wordt bij iemand thuis uitgenodigd. Diegene zegt dat ze je welkom heten, maar je zit in een rolstoel en er zijn trappen naar de voordeur, zonder oprijplaat. Als je eenmaal binnen bent, blijken er aanstootgevende afbeeldingen aan de muur te hangen. Voel je je dan prettig en welkom? Hetzelfde kan in een museum gebeuren. Sommige collecties zijn alleen toegankelijk en aantrekkelijk voor een handjevol mensen. Anderen zouden zich gekwetst en buitengesloten kunnen voelen door wat ze zien.”

Met het NWO Smart Culture-project “The Critical Visitor: Intersectional Approaches for Rethinking and Retooling Accessibility and Inclusivity in Heritage Spaces” wil Eliza Steinbock, universitair hoofddocent Gender en Diversiteit Studies aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, dit probleem oplossen en samen met musea in gesprek om te voorkomen dat (groepen) bezoekers zich uitgesloten voelen. Met mede onderzoekers Dirk van den Heuvel (Het Nieuwe Instituut en TU Delft) en Hester Dibbits (Reinwardt Academie en Erasmus Universiteit), willen zij culturele instituties helpen met het aanpakken van meerdere problemen van uitsluiting tegelijk.

Culturele en financiële verandering

Volgens Steinbock zijn er twee krachten aan het werk die musea oproepen om inclusiever en toegankelijker te worden.

De eerste is een cultuuromslag. “Musea zijn over het algemeen vertrouwde autoriteiten. Bezoekers zijn er lang van uitgegaan dat musea neutrale instellingen zijn en dat ze geen gevestigde belangen hebben zoals een politicus of een advocaat zou hebben. Maar dit idee is aan het veranderen. Bezoekers roepen musea op om hun woorden te begeleiden met acties. Want zeggen dat je een inclusieve en toegankelijke instelling bent, is niet hetzelfde als er ook daadwerkelijk een zijn. Erkent het museum bijvoorbeeld de herkomst van koloniale erfenissen? Zijn er tastbare kunstwerken aanwezig voor mensen met een beperkt gezichtsvermogen? Worden kunstwerken op de juiste hoogte geplaatst voor rolstoelgebruikers en kinderen? Zijn er veganistische eetopties? Wordt gendergevoelige taal gebruikt in teksten?”

Aangezien de culturele sector in Nederland voor een groot deel wordt betaald met belastinggeld, is het logisch dat musea het vertrouwen van hun bezoekers terug moeten winnen. “Het is niet alleen de witte, christelijke man die belasting betaalt, maar ook mensen van kleur en mensen met verschillende zintuiglijke en cognitieve behoeften. Ook in ‘nationale’ en andere representatieve musea moeten ze worden verwacht als bezoekers”, legt Steinbock uit.

De vernieuwing van de Code Culturele Diversiteit, een zelfregulerende gedragscode die is opgesteld om ervoor te zorgen dat instellingen, programma's en publiek de diversiteit van de bevolking reflecteren, toont aan dat instellingen initiatief nemen om inclusiever te zijn en te luisteren naar hun kritische bezoekers.

“Een andere stimulans voor musea om inclusiever en toegankelijker te worden, zijn de bezuinigingen van 2008. Musea ontvingen minder subsidie van de overheid en stonden daardoor onder druk om meer kaartjes te verkopen om inkomsten te genereren. Veel musea zochten naar manieren om andere groepen dan voorheen aan te spreken. Hiervoor is een verandering van mentaliteit en een andere manier van denken over de rol van het museum in de samenleving nodig. Dat bereik je niet alleen door andere kunst aan te bieden. Er moeten ook veranderingen plaatsvinden achter de schermen. Deze verschuiving naar een meer diverse pool van personeel, publiek, programma's en partners brengt nieuwe netwerken, andere canons en nieuwe manieren van tentoonstellingen met zich mee.”

Museum Eliza Steinbock
Afbeelding: Unsplash/Lukas Zischke

Tegen de stroom ingaan

Het onderzoeksproject van Steinbock bestaat uit een consortium van 15 partners uit de Nederlandse erfgoedsector. “Met ons onderzoek proberen we een leeromgeving te creëren voor de culturele sector. We bieden lezingen, wetenschappelijke en informele gesprekken en de ruimte om vragen te stellen. Dat maakt dit onderzoeksproject tot een co-creatie. We zijn afhankelijk van wat de partners bereid zijn te delen. We werken samen en kijken naar verschillende mogelijkheden voor culturele instellingen om acties te ondernemen."

"Zo kijken we naar mogelijkheden om musea te dekoloniseren, queer te maken en om aandacht te schenken aan ‘cripping’ (een term die verwijst naar gehandicapten die het woord 'crip', een afkorting voor kreupel, terugeisen om zichzelf te beschrijven). We streven er vooral naar om de culturele sector bewust te maken van kwesties als racisme, heteroseksisme en validisme. Door middel van het aanpakken van meerdere problemen van uitsluiting tegelijk, leren we samen hoe we een kritische blik op de werkvloer kunnen ontwikkelen.”

Dat is geen gemakkelijke taak. “In dit vakgebied is het moeilijk om over mislukking te praten. De partners hebben veel risico genomen en zijn tegen de stroom ingegaan. Ze moeten worden geprezen voor hun bereidheid om verandering te omarmen.”

De twee promovendi in dit project, Noah Littel en Liang-Kai Yu, hebben de opdracht gekregen om de werking van culturele instellingen in Nederland te bestuderen en deze te vergelijken met die in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Littel onderzoekt alternatieve (feministische en LHBT+) archieven in Nederland en hoe het verzamelproces verschillende ideologieën over diversiteit weerspiegelt. Zo bestudeert Littel IHLIA, het grootste LHBT+-archief van Europa dat in Amsterdam is opgericht. Bij het ontstaan van IHLIA waren vooral mannelijke homoseksuelen actief binnen de organisatie. Daardoor ontbraken lesbiennes, biseksuelen en gekleurde vrouwen in het verzamelde materiaal. Vandaag de dag probeert IHLIA manieren te vinden om erfgoed van gekleurde mensen en transgenders op te nemen in hun archief. Yu doet een onderzoeksproject in het Van Abbemuseum, waar hij kijkt naar hoe hun 'queering the collection'-programma is geïntegreerd in de samenstelling van tentoonstellingen en waarbij hij nauw samenwerkt met leden van het publiek in een queer-district.

Archive
Afbeelding: Unsplash/CM

Inclusiviteit herzien

“De partners tonen allemaal veel goede wil als het gaat om het herzien van toegankelijkheid en inclusie. We zijn het project gestart rond de tweede golf van de Black Lives Matter Movement. De hele sector beleefde dit samen en de noodzaak tot verandering werd des te duidelijker”, legt Steinbock uit.

“Natuurlijk waren sommige musea al bezig met toegankelijker en inclusiever te worden. Het Tropenmuseum in Amsterdam was bijvoorbeeld hun dekolonisatieproces begonnen met het behandelen van vragen over eigendom, diefstal en het teruggeven van stukken aan hun rechtmatige erfgenamen.”

Sommige pogingen tot inclusie stuitten op kritiek. “In 2019 liet het Amsterdam Museum een ​​kunstwerk over prostitutie maken. Het museum probeerde meer inclusief te zijn met het kunstwerk, maar sekswerkers waren boos over de slachtofferrol dat het stuk genereerde. Ondanks de kritiek besloot het museum het kunstwerk niet te verwijderen.”

Deze kritiek is niet per se een slechte zaak, benadrukt Steinbock. “Het doel is niet om alles inclusief en toegankelijk te maken en aanstoot weg te nemen, maar om na te denken over hoe omstreden beelden het best kunnen worden weergegeven om een ​​dialoog op gang te brengen. Er zit waarde in conflict. Wat hier echt belangrijk is, is dat het gesprek op gang komt over historisch gemarginaliseerde groepen die deel uitmaken van een groter publiek dat decennialang, of zelfs eeuwenlang is gestigmatiseerd, genegeerd en verwaarloosd. Deze groepen eisen nu om een actief onderdeel uit te maken van cultuur-in-wording en erfgoedbehoud. Dus ook al werd het kunstwerk van het Amsterdam Museum over prostitutie terecht bekritiseerd, het kan toch een succes genoemd worden omdat het een gesprek op gang bracht.”

In het kort, wat Steinbock probeert te bereiken met hun onderzoek, “is het dominante culturele verhaal decentraliseren. En dit is niet het einde van de wereld, maar het einde van de wereld zoals we die kennen, zoals Denise Ferreira da Silva zou zeggen.”

 

Door Eva Durlinger

Lees ook

  • Karlien Strijbosch deed promotieonderzoek naar Senegalese migranten die onvrijwillig terugkeerden na een verblijf in Europa. Ze liep aan tegen muren van zwijgzaamheid, wantrouwen en schaamte. Een gesprek met Karlien Strijbosch en haar promotor Valentina Mazzucato over een onderzoek dat noodzakelijke...

  • Na jaren van turbulentie, heeft het leven van alumna Lea Vink een vlucht genomen in Wenen. Ze kan er nieuwe stappen zetten in haar loopbaan op het kruispunt van luchtvaart en organisatiepsychologie. Ook op persoonlijk gebied lacht het geluk haar toe sinds haar transitie van man naar vrouw.

  • Sinds afgelopen september is Cengiz Akbulut het hoofd van het laboratorium van het nieuwe Stem Cell Research University Maastricht (SCRUM).  Een gesprek over minderheden, het ontstaan van leven en Swingdansen.