CHAINLAW: responsief recht voor mondiale waardeketens

Doctrine, documenten, data. Deze drie-eenheid is het onderzoeksonderwerp van Anna Beckers' project CHAINLAW, dat door de Europese Onderzoeksraad wordt gefinancierd. CHAINLAW zal de basis leggen voor een regelgevingskader voor de sociaaleconomische instituties die samen de mondiale waardeketens vormen. In haar holistische benadering kijkt Beckers niet alleen naar de rol van handelspraktijken, contractvoorwaarden en de netwerken van auditors en certificeerders, maar ook naar transnationale juridische structuren en interventies van staten.

Van het instorten van de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh, waarbij meer dan duizend mensen om het leven kwamen, tot de klimaatcrisis. Van tekorten aan medische benodigdheden en toiletpapier tijdens de pandemie tot een in het Suezkanaal aan de grond gelopen containerschip, dat bijna de wereldeconomie tot stilstand bracht werd. En helemaal terug naar Bangladesh, waar een humanitaire crisis uitbrak toen westerse modemerken en masse hun bestellingen annuleerden tijdens de covid-pandemie. Alles is onderling verbonden door wereldwijde toeleveringsketens.

"We hebben lange tijd noch de rampzalige gevolgen, noch de kwetsbaarheid van dit systeem gezien – gewoon omdat alles lekker liep." Maar toen in de afgelopen jaren de verstoringen toenamen, begon rechtsgeleerde Anna Beckers meer na te denken over de complexiteit van onderling verbonden wereldwijde waardeketens, die uit duizenden leveranciers en leveranciers van leveranciers bestaan. Haar aandacht richtte zich ook op hoe het recht op een te simplistische visie is gebaseerd - tot op zekere hoogte.

Voorbij boosdoenerbashing

Juristen spreken momenteel veel over het verantwoordelijk houden van individuele bedrijven voor hun toeleveringsketens, maar volgens Beckers kent die aanpak veel beperkingen. "Met zo'n individualistisch kader loop je tegen allerlei problemen aan: tot welk niveau van diepgang en detail zijn ze verantwoordelijk?" Met andere woorden: hoewel het huidige systeem van het volledig uitbesteden van aansprakelijkheid onrechtvaardig lijkt, is het ook problematisch om alleen de Teslas en Apples juridisch verantwoordelijk te houden voor de omstandigheden waaronder in Congo kobalt wordt gewonnen.

"Wereldwijde waardeketens zijn vrijwel grenzeloos met elkaar verbonden. In zo'n complex systeem vormt het verantwoordelijk stellen van één bedrijf een potentiële overbelasting van de wetshandhavers. Ik denk dus dat we dit al te individualistische perspectief moeten loslaten." Beckers wijst erop dat het netwerk van actoren – van grondstoffen, transport en tussenhandelaren tot en met marketing en staatsinterventie – de reikwijdte van het ondernemingsrecht te boven gaat.

Bovendien houdt de complexiteit niet op bij de talloze commerciële partijen die over de hele wereld zaken met elkaar doen. Beckers betrekt ook overheidsactoren en de burgermaatschappij in haar analyse. "Als een staat zijn eigen economische ontwikkeling wil aanjagen, zal hij proberen ervoor te zorgen dat ondernemingen hogere posities innemen in deze keten, of het nou staatsbedrijven zijn of niet. We moeten bedrijven dus ook beschouwen in termen van instituties."

Zelfregulerende handel

Beckers ontving voor haar project een Starting Grant van de Europese Onderzoeksraad (ERC). In haar onderzoek neemt ze de bestaande jurisprudentie en regelgevingsinitiatieven op het gebied van ondernemings- en contractenrecht onder de loep, maar ze laat ook twee promovendi kijken naar nieuwe vormen van wetgeving, in het bijzonder de regelgeving die bedrijven en maatschappelijke actoren zelf in het leven roepen. "We gaan bestuderen hoe bedrijfsbeleid en contracten de toeleveringsketen definiëren en regelen."

Om te voldoen aan nieuwe wetten op het gebied van toezicht op toeleveringsketens, zetten bedrijven technische systemen op om deze ketens te controleren. Tegelijkertijd wordt de bedrijfsstructuur door deze systemen mede gevormd. "Grotere bedrijven kiezen uit leveranciersdatabases op basis van prijs, milieucriteria, risico op verstoring, enzovoorts. Maar het systeem maakt een voorselectie op basis van een aantal criteria, dus veel van de complexiteit is geautomatiseerd. De technische interface structureert hoe en met welke gegevens leveranciers zich kunnen presenteren: het is een soort framing en mijn theorie is dat dit op zichzelf als een reguleringsmechanisme werkt."

De wet speelde een rol in de status quo

Met betrekking tot de huidige regulering van wereldwijde waardeketens, zou het volgens Beckers verkeerd zijn om te zeggen dat de wet achter de feiten van de markt aanloopt. "Integendeel, de wet was medeplichtig en heeft deze ontwikkeling van onbeperkte handel via toeleveringsketens zelfs bevorderd. De wereldhandel is sinds de jaren negentig sterk geëvolueerd. Daarvóór had je een systeem met tarieven en handelsbelemmeringen, waarbij die constructies – winst door uitbesteding van productie naar locaties met lagere arbeidskosten – niet hadden kunnen renderen. De markten werden geliberaliseerd, maar de sociale bescherming en milieunormen bleven hetzelfde. En beide waren wettelijk geregeld."

Beckers' aanpak is gebaseerd op deze discrepantie. "Er is een kloof tussen mondiale governance en regelgeving. Er is geen wereldregering die wetten maakt en handhaaft om de wereldhandel te reguleren – en die komt er ook niet. In plaats daarvan hebben we een zeer complex bottom-up-systeem met verschillende wetgeving in verschillende landen. Daarbij komt dat transnationale wetgeving niet alleen door staten wordt gecreëerd; er is ook een zelfregulerend, autonoom, privaat systeem voor contracten en het beslechten van geschillen."

Eerlijkheid door realisme

Natuurlijk zijn er winnaars en verliezers in een dergelijk systeem. Toch is het, zoals Beckers opmerkt, ingewikkelder dan een tweedeling tussen oost en west of noord en zuid. "Het is complex en hangt af van het product, de sector en ook het land. Sommige Chinese fabrieken zoals Foxconn hebben een zeer sterke positie. Maar ja, veel landen in het Global South profiteren niet van de private mechanismen voor risicospreiding."

Beckers heeft kritiek op geopolitieke onevenwichtigheden, op nauwe banden tussen de regelgever en de sector, op bedrijven die relatief kleine boetes begroten voor grote overtredingen, en op staatsbedrijven. Desondanks houdt ze vast aan een wetenschappelijke benadering. Ze wil eerst de dingen bestuderen zoals ze nu zijn, voordat ze de discussie aangaat over hoe regelgeving eruit zou moeten zien. Ze gaat uit van responsief recht, dat wil zeggen recht dat zo is ontworpen dat het reageert op het systeem dat het wil reguleren. Dit in tegenstelling tot een top-down en/of ideologische benadering. Beckers' onderzoek legt daarvoor de basis, door het systeem te begrijpen zoals het nu is. "Als we op een goede manier wetgeving willen ontwerpen, moeten we eerst het systeem in al zijn complexiteit begrijpen. Pas dan kunnen we uitzoeken hoe we toeleveringsketens het beste kunnen reguleren om valide doelstellingen als uitstootreductie, mensenrechten, consumentenbescherming, eerlijkheid of duurzaamheid te realiseren."

Florian Raith

Lees ook