‘Elk gezondheidszorgsysteem is zo sterk als de zwakste schakel’

Kort door de bocht zou je SHE Collaborates, onderdeel van de School for Health Professions Education, kunnen omschrijven als de afdeling Ontwikkelingssamenwerking van de Maastrichtse Faculty of Health, Medicine and Life Sciences. Directeur Geraldine Beaujean probeert al jaren een brug te slaan tussen de behoefte van universiteiten in arme landen, de financiële slagkracht van internationale organisaties en de expertise in het Nederlandse hoger onderwijs. Hoe ervaart deze handelsreiziger op het gebied van onderwijsverbetering en -vernieuwing in de gezondheidszorg de coronacrisis, vooral nu reizen er voorlopig niet in zit?

“Tja, mijn werkweken zien er nu fundamenteel anders uit. Ik zit veel meer stil dan ik gewend ben. Via een laptop moet ik nu online vergaderen, projectvoorstellen uitwerken, evaluatierapporten schrijven, trainingen begeleiden, studenten coachen en een team aansturen. Er zijn ook meer zorgen bij gekomen. Over gezins- en familieleden, over mijn teamleden, en over onze partners en hun gezinnen, families en collega’s in zoveel andere landen. Ik mis het persoonlijke contact, de inspirerende ‘toevallige’ gesprekken, de bezoekers en het reizen. In deze periode had ik bezoeken aan Soedan, Sierra Leone en Portugal op het programma staan. Ik was net op tijd terug uit Kenia en Ethiopië voordat de eerste landen hun grenzen sloten…”

Geraldine Beaujean in haar thuiskantoor

Wat is de impact van de huidige maatregelen en beperkingen wereldwijd op het werk van SHE Collaborates?

“We hebben altijd gewerkt in crisislanden. Landen waar natuurrampen of oorlog, vaak ook gepaard met hongersnood, de samenleving onder druk zetten. Zoals Mozambique, dat vorig jaar door een cycloon werd getroffen, of landen als Zuid-Soedan en Jemen. Het is lastig om die gebieden te bereiken en vaak moeten we toestemming vragen aan het College van Bestuur om naar de zogenoemde ‘code oranje of code rood’ landen af te mogen reizen.

Het is heel belangrijk dat je de lokale situatie waarin mensen werken gezien hebt, dat je een beetje beter aan kunt voelen hoe het eraan toe gaat, hoe zaken geregeld zijn. Je moet als het ware al je zintuigen kunnen inzetten om een betere connectie te creëren. In een nieuwe samenwerking moet je elkaar echt even in de ogen kijken, als je elkaar al langer kent kun je wel een tijd vooruit met online communicatiemiddelen. Maar om mensen te helpen hun medisch onderwijs te veranderen is meer nodig dan online kennisoverdracht. Denk aan persoonlijke betrokkenheid, overredingskracht, ‘role modelling’, wezenlijke discussies met meerdere stakeholders. Ook geven we vaak workshops gericht op het beïnvloeden van inzichten en opinies, waarbij we gebruik maken van technieken als ervaringsleren of intervisie gesprekken. Stuk voor stuk elementen van coachen en leren waarvoor mensen face-to-face bij elkaar moeten zijn.

Dus juist in de landen en aan de instituten die moeilijk te bereiken zijn zorgen we ervoor dat we met enige regelmaat face-to-face workshops en overleggen hebben. Dan kan er daarna een poosje online kennisoverdracht plaatsvinden, maar dat is toch meestal weinig frequent vanwege technische beperkingen en inhoudelijk daardoor vrij oppervlakkig. Nu we helemaal niet kunnen reizen en de online faciliteiten vaak ook verminderd zijn lijkt onze effectiviteit beperkt. Een thuiskantoor valt in Nederland nog wel te regelen, maar in ontwikkelingslanden ligt dat heel anders. Door in contact te blijven en regelmatig te vragen hoe het gaat kunnen we de lijnen met onze partners voorlopig openhouden. Mensen waarmee wij samenwerken zijn over het algemeen meer onheil en tegenspoed gewend dan wij en beschikken over een grotere veerkracht, dat is erg indrukwekkend.”

Hoe slagen jullie er dan in om het onderwijs online vorm te geven?

“Omdat nu alleen online gewerkt kan worden, komt er automatisch meer vraag naar online lesmateriaal. Veel docenten weten niet goed hoe ze daarvan gebruik kunnen maken. Er bestaat daar, net als hier, drempelvrees om met nieuwe e-technologie aan de slag te gaan. Deze crisis dwingt iedereen die de mogelijkheid heeft om ermee aan het werk te gaan, dat ook te doen. In een school in Kenia waar we mee samenwerken hebben ze bijvoorbeeld afgesproken dat iedere vakgroep dagelijks een online uurtje heeft om elkaar bij te praten. Hiermee oefenen ze onderling het gebruik van chat, geluid- en beeldfuncties in hun online platform (mElimu). Zodra ze dit onder de knie hebben, kunnen ze materiaal gaan ontwikkelen voor hun studenten. De UM biedt daarbij veel ondersteuning, waar ze in Kenia dankbaar gebruik van kunnen maken omdat het open access is.

Het is wel lastig om competentiegerichte trainingen online te geven. Daarmee bedoel ik het toepassen van opgedane kennis in een context die zoveel mogelijk lijkt op de werkelijke situatie waarin de student dit ook zal gaan gebruiken. Wij zijn ervan overtuigd dat onze partners de theoretische kennis ook wel zonder ons zullen vinden. Juist op het vlak van toepassing, ervaring en de praktische lessen die we geleerd hebben, kunnen we ondersteunen en meedenken. Daarin kunnen we echt een toegevoegde waarde hebben. Ook kan het helpen om een voorbeeld te laten zien in ónze gezondheidszorgpraktijk, zodat studenten beter kunnen begrijpen waar we het over hebben. Concreet heb ik het dan over bezoeken van buitenlandse partners aan het MUMC+. Maar dat kan nu dus niet…

Voor de bedrijfsvoering van SHE Collaborates hebben alle coronamaatregelen trouwens ook grote consequenties. We financieren onze eigen salarissen volledig uit projectinkomsten. Het feit dat wij niet kunnen reizen en geen bezoekers in Maastricht kunnen ontvangen betekent dat we inkomsten derven. Op het moment dat reisverboden wereldwijd worden opgeheven, kunnen we niet allemaal ineens veel meer gaan reizen. Daar hebben we de capaciteit niet voor. Bovendien zullen niet al onze experts beschikbaar zijn, omdat andere taken prioriteit hebben. Kortom, de inkomsten die we nu mislopen kunnen we niet meer ‘inhalen’.  Zonder de steun van de faculteit betekent dit dat al dan niet tijdelijke contracten ontbonden zullen moeten worden, met als gevolg dat we minder kunnen acquireren en minder projecten kunnen uitvoeren.”

Wat betekent dat concreet voor de nabije toekomst van jullie projecten?

Nuffic financiert veel van onze projecten en zoekt nu samen met ons naar manieren waarop deze samenwerking in een aangepaste vorm voortgezet kan worden. In deze wereldwijde crisis begrijpt iedereen beter dat ons gezondheidszorgsysteem zo sterk is als de zwakste schakel. En juist doordat wij ons richten op capaciteitsopbouw en -versterking in de opleiding voor gezondheidszorgwerkers kunnen we hier, met alle expertise die we in Maastricht hebben, een zinvolle bijdrage aan leveren. Jarenlange samenwerking en het opbouwen van vertrouwen kan op de lange termijn leiden tot een blijvende verbetering; daar zijn veel mensen voor nodig en vaak kan een volgende generatie professionals pas het verschil maken. Helaas is de politieke visie vaak niet langer dan vier jaar en wordt het roer dan abrupt omgegooid. Desondanks kunnen we trots zijn op mooie voorbeelden, zoals de ontwikkeling van opleidingen huisartsgeneeskunde in Kenia en Indonesië die we de afgelopen jaren samen met andere partijen in gang hebben kunnen zetten.”

Zijn de landen waarin jullie werken qua medische voorzieningen wel opgewassen tegen een eventuele corona-uitbraak?

“Er worden op dit moment veel wiskundige modellen losgelaten om het verloop van de crisis te voorspellen. Niemand die weet hoe het eruit gaat zien, maar er is een aantal factoren dat bepaalt hoe groot de omvang zal zijn. Social distancing is nog veel complexer als je met een groot gezin, vaak met meerdere generaties, op een kleine oppervlakte woont. Grote groepen mensen in ontwikkelingslanden hebben een slechtere basisgezondheid door ondervoeding, infectieziekten én welvaartsziekten. Juist kinderen vormen een heel kwetsbare groep. Hamsteren is niet mogelijk als je amper genoeg verdient om je gezin één maaltijd per dag te kunnen geven. Het is bovendien een ontzettend grote uitgave om in een ziekenhuis behandeld te worden. Wie moet dat dan betalen? Kortom, zowel de beschikbaarheid als de bereikbaarheid van gezondheidszorgvoorzieningen zijn in veel gebieden zeer beperkt.”

Is het praktisch gezien dan wel mogelijk om de strenge maatregelen die wij treffen om verspreiding van het virus tegen te gaan ook in een land als bijvoorbeeld Kenia op te leggen?

“Een land als Kenia heeft een grotere middenklasse gekregen in de afgelopen jaren van economische groei. Voor die mensen zal het relatief makkelijk zijn om zich aan de maatregelen van social distancing te houden. Ze hebben een fatsoenlijke woonomgeving en een maandelijks salaris. Maar voor andere groepen is het simpelweg onmogelijk: de mensen in vluchtelingenkampen of de sloppenwijken…”

Gaan mensen in landen waar jullie werken anders om met ziekte en dood dan wij in de westerse wereld?

“Die vraag krijg ik vaker. Laat ik daar dit op zeggen: zelf heb ik vier kinderen. Is het minder erg als een van mijn kinderen iets overkomt, omdat ik er dan nog drie over heb? Ik denk dat iedereen begrijpt dat dat nonsens is. Maar doordat er anderen zullen zijn waar je voor moet zorgen, waar je verantwoordelijkheid voor draagt, ga je dóór. Ik denk dat deze vergelijking in de buurt komt van het beeld dat vaak wordt geschetst over hoe er met ziekte en dood wordt omgegaan in ontwikkelingslanden. Het doet evenveel pijn, maar er is tegelijkertijd meer zorg en verantwoordelijkheid voor anderen.”

 

Door: Mark van der Linde

Lees ook

  • Manon’s academic path led her to work on prevention and well-being at the workplace. A place where we spend most of our time. The master’s programme Occupational Health and Sustainable Work (OHSW) uncovered the interventions that companies and policymakers need to keep work sustainable. Her job as a...

  • Klinisch epidemioloog en postdoctoraal onderzoeker Frits van Osch studeerde Epidemiologie vanwege de sterke focus op onderzoeksmethodologie. Frits is enthousiast om bij VieCuri Medical Center met statistieken, data en patronen te werken en als tutor zijn kennis door te geven aan FHML-studenten.

  • After obtaining a bachelor’s degree in Biometrics, Bibi Teeuwen was looking for a master with a focus on the nervous system and brain. This happened to be the same year that the master’s programme Biomedical Sciences added its sixth specialisation ‘Neuromodulation’